Samenvatting:
De marconist Cameron gaat aan de Chinese kust aan land om de
Europese beschaving en het verleden achter zich te laten. Hij doolt
eerst door de havenstad Tai Hai, rookt een nacht opium bij de
mafia-achtige handelaar Hsioe en blijft dan een tijdje wonen bij de
typisch Chinese familie van de horlogemaker Tsju. Als hij daar niet
langer kan blijven, wil hij het binnenland intrekken. Hij meldt zich bij
Hsioe, die hem aanneemt om een wapentransport te begeleiden naar de
stad Tsjong King. De reis gaat eerst per jonk naar de stad Nin Yang,
waar de andere reisgenoten worden opgehaald: de zwaar aan de opium
verslaafde Franse marine-officier Sylvain, de altijd lachende Rus
Godonow, Fong Sjen, wier mooi gelaat ontsierd wordt door een zweer, en
de oude Op-één-na, die zijn naam te danken heeft aan het feit, dat hij
telkens net niet zijn laatste examen haalde.
Als de
rivier overstroomt, verkopen de reisgenoten rijst aan de uitgehongerde
mensen. Dan begint de echte tocht over land naar Tsjong King. Daar
aangekomen worden de reisgenoten gevangengenomen.
Tsjong
King is een eeuwenoude stad die, in tegenstelling tot andere Chinese
steden, alle westerse invloeden weert. Toch heeft de Toe Tsjoen besloten
westerse wapens te kopen en ze te laten demonstreren door de
gevangenen. De oorlogsgodpriester Kia So is hier sterk tegen. Hij roept
per brief de hulp in van de monnik Wan Tsjen om de vreemdelingen te
weren, die volgens hem Tsjing Kong zullen vernietigen.
De
tochtgenoten worden allemaal bij een \"gastheer\" ondergebracht,
Cameron bij Velho, nazaat van een westerling. Cameron krijgt de opdracht
een radio te bouwen, wat hem lukt. Tijdens de demonstratie van de radio
komt een bode vertellen dat er een gele vloed uit de waterbron spuit,
die inn opdracht van Cameron was aangeboord. Tsjong King dreigt te
overstromen. Kia So wil Cameron offeren, maar hij valt in het oliemeer.
Cameron laat een gedeelte van de stadsmuur ontploffen om de olie weg te
laten stromen. Door de explosie wordt hij weggeslingerd. De olie vat
vlam en in een mum van tijd staat Tsjong King in brand. Als Cameron bij
bewustzijn komt, wil hij naar Wan Tsjen, naar het Land der Sneeuw.
Na
lange tijd bereikt Cameron de hoge bergtop, waar hij vanuit het huis
van Velho vaak naar heeft gestaard. Daarachter ligt het Land der Sneeuw,
vanwaar Wan Tsjen hem roept. Maar Cameron aarzelt, valt, en komt inn
het westelijk paradijs, een rood papavermeer, waar hij opium rookt en
een perfecte minnares heeft. Maar het paradijs wordt verstoord door
klokjes, wier geklingel de stemmen uit het Land der Sneeuw overbrengt.
Dan laat Wan Tsjen hem verschillende kanten zien. Eerst China, het Rijk
van het Midden, het midden tussen een westerse, dynamische wereld en een
oosterse, statische wereld. Daarna het Land der Sneeuw, een geestelijk
rijk, waar een eeuwigdurend gevecht tegen de demonen wordt geleverd.
Cameron is niet sterk genoeg om hier te wonen: hij zou onmiddellijk
prooi worden van de demonen. Cameron blijft rondtrekken door het Rijk
van het Midden. Hij heeft voor zijn leven op aarde geen andere zin
gevonden dan zichzelf.
Extra interessante informatie:
Het is een steeds terugkerend thema in het werk van Slauerhoff: de zoektocht naar het
onbekende, exotische, gevaarlijke.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten