maandag 2 juni 2014

De kleine Johannes - Frederick van Eeden

Zelfgeschreven samenvatting van het verhaal:
De kleine Johannes is een sprookjes achtig verhaal over een klein jongetje, waarvan de leeftijd niet helemaal duidelijk is. Johannes houd erg van de natuur, en voelt zich thuis vaak eenzaam. Hij praat daarom met zijn hond, en met elk ander voorwerp of schepsel in en rondom  het huis.
Op een dag ontmoet hij het Windekind, een elfje die hem van alles leert over het leven, dieren en de natuur. Het Windekind verteld Johannes dat mensen slecht zijn  en brengt hem naar Wistik, een kabouter. Deze kabouter verteld hem dat er een boekje is waar alle antwoorden op Johannes zijn vragen in staan. Omdat Johannes dit boekje zo graag wilt vinden, verliest hij de waardevolle vriendschap met het Windekind. Johannes is heel ongelukkig, en ontmoet een nieuw personage: Pluizer. Pluizer laat hem al het leed onder de mensheid zien. Johannes vindt dit alles vreselijk, en ontmoet Docter Cijfer die hem leert rationeel te denken.  Samen gaan ze op zoek naar het boekje, maar Johannes begint steeds meer naar thuis te verlangen.

Als hij eenmaal thuis is gekomen, denkt hij het Windekind te zien en volgt het lichtje dat hem naar het strand leid. Eenmaal op het hoogste duin aangekomen, moet hij een keuze maken; of naar het licht in de verte gaan, of terug naar de mensen wereld.  Dan komt hij een man tegen vol eindeloze zachte weemoed. Deze man neemt de kleine Johannes bij de hand en begeleid hem terug naar de mensenwereld en haar weedom.





Over de schrijver; Frederick van Eeden
Frederick van Eeden is geboren in 1860 in Haarlem. In zijn familie was wetenschap en kunst erg belangrijk, dus ging hij Medicijnen studeren in Amsterdam. HIj specialiseerde zich al snel in psychiatrie. Tijdens zijn studenten leven richtte hij samen met wat vrienden “De nieuwe Gids” op.  Dit zou later de gids worden voor de beweging van tachtigers worden. De eerste afleveringen van De Nieuwe Gids bevatten delen van het door Van Eeden geschreven allegorische sprookje De kleine Johannes, dat in 1887 in boekvorm werd uitgegeven
Frederick van Eeden was een wereldverbeteraar in hart en nieren. Hij was geïnspireerd door Karl Marx zijn ideeën en hield zich diepgaand bezig met bestaan –en begripskritiek. In 1900 verscheen zijn psychologische roman “Van de koele meren des doods”,  wat naast de kleine Johannes tot zijn bekendste boeken behoort.

In de laatste jaren van zijn leven begon hij zich meer te interesseren in spiritualiteit en significa. Op 61 jarige leeftijd sloot hij zich nog aan bij de Rooms-katholieke kerk. 


Informatie over de tijd waarin het boek uitkwam:
In deze periode werd er een nieuwe literaire  beweging gevormd, genaamd de Tachtigers. In het werk van deze auteurs kwamen het impressionisme en naturalisme sterk naar voren. Het was een vorm van kritiek tegen de Romantiek, de voorafgaande stroming.
De bekendste Tachtigers zijn: Willem Kloos, die min of meer optrad als de voorman van de beweging, Hélène Swarth, Albert Verwey, Alphons Diepenbrock, Frederik van Eeden, Lodewijk van Deyssel, Frans Erens en Herman Gorter.
De schrijvers uit deze groep hielden  niet bezig met actuele problemen. Integendeel, hun persoonlijke gemoedsgesteldheid is hun belangrijkste thema, het ging dus vooral om het individu. Ook was schoonheid erg belangrijk, het ging om esthetica.
Omdat ze hun werk moeilijk geplaatst kregen in bestaande literaire bladen zoals De Gids, richtten de Tachtigers in 1885 hun eigen tijdschrift op dat De Nieuwe Gids heette en de spreekbuis van de beweging werd.


Brief van Windekind aan kleine Johannes

Voor Johannes, 

Het laatst dat wij elkander ontmoette was aan het strand, toen de zon in de roodgloeiende zee verdween. Daarginder verloort ge niet alleen de zon, maar ook mij uit het oog. Maar vergeet niet, mijn kleine Johannes, dat ik altijd aan deine zijde bent gebleven. Net als de zon. Ik stuurde gij een trouwe vriend, als begeleider, toen u besloot om daar te gaan waar de mensen leven.
U moet begrijpen, mijn kleine vriend, dat ik graag die persoon had willen zijn. Ik zou u graag dergelijke dingen leren, die ik u leerde over de natuur. Echter ben ik slechts een elf, en weet ik weinig van de mensen wereld af. Ik kan u met gerust hart beloven dat u onder goede hoede bent bij u nieuwe begeleider. Hij is een goed man, en ge kunt altijd op hem vertrouwen.
Ik weet dat ik menig maal slecht heb gepraat over het mensen soort.  Desalniettemin, ben ik u iets zeer belangrijks vergeten te vertellen. Ge moet weten dat ik nooit liefde heb gekend, of ooit leren kennen zal. Ge bent bevoorrecht een mens te zijn, mijn kleine Johannes. Van horen zeggen, weet ik dat liefde dergelijk leed en weedom in een mensenleven kan verzachten. Men kan het zelfs bijna doen vergeten.
Ge weet waarschijnlijk al dat er niet veel wonderen gebeuren in de mensenwereld, en als er wonderen gebeuren probeert men deze rationeel te verklaren. Maar nu moet ge eens goed naar mij luisteren Johannes. De mensheid heeft bezit op het grootste wonder der wonderen, de liefde.
Dus, mijn  kleine vriend, zorg dat ge de liefde vindt. Ge bent een bijzonder jongetje, vergeet dat niet. Vergeet ook niet, dat ik er altijd voor u ben.


Windekind


Brief van Johannes aan Windekind

Voor Windekind

Liefste vriend, wat fijn om weer van u te horen! 
Ik ben gelange tijd verdrietig en ontsteld geweest, dat ge mij nooit meer op bent komen zoeken. Ik heb vele sombere dagen naar u uitgekeken. Elke dag zonder u, was als een dag zonder zon. Wel kwam die geniepige Wistik mij geregeld opzoeken, maar ik verlangde enkel naar uw helder blauwe ogen en verhalen over de natuur. 
Zoals ik al zei, ik heb lang getreurd om uw vertrek. Totdat ik op een dag tot het besef kwam dat ge mij eigenlijk nooit verlaten hebt. Nu zie ik gij in alles in de natuur. Ik zie u in de pollen van de paardenbloemen, die vredig over het gras waaien. Ik zie u in het voorbij springende konijntje, in de waterjuffers en in de verdwaalde meikevers. Maar het meest zie ik u nog in mijn vriendin Robinetta. Zij heeft net zulke schitterende blauwe ogen als gij hebt. Ik moet u eerlijk bekennen dat toen ik dit meisje tegen ben gekomen, ik u bijna niet meer miste. Dit was natuurlijk omdat ik u ook in haar herken.
Ik ga zeker uw advies opvolgen, dat gaat zeker lukken. Ik denk dat ik de liefde van mijn leven al heb gevonden; mijn geliefde Robinetta. 
Hopelijk komt u mij nog eens een bezoekje brengen. In mijn dromen wellicht. Want ik droom nog elke nacht, over de wonderen die ik met ge heb beleeft. 

Johannes