Samenvatting van het verhaal:
Een jonkvrouw arriveert op Camelot, Arturs hof. Ze vertelt een
verhaal over een woud waar zich een hert met een wit voetje bevindt. Het
hert wordt bewaakt door zeven leeuwen. De vorstin van de jonkvrouw zal
alleen trouwen met de man die haar het witte voetje brengt. De ridder
die dit wil proberen zal door een hondje naar het woud geleid worden.
Lanceloet volgt het hondje naar het woud. Daar wordt hij aangevallen
door de leeuwen. Hij verslaat ze allemaal, maar raakt gewond. Toch trekt
hij verder het woud in en vindt het hert. Lanceloet snijdt de witte
voet af, en valt dan uitgeput in het gras. Op dat ogenblik komt een
ridder langs, aan wie Lanceloet vertelt wat er gebeurd is. Hij vraagt de
witte voet namens hem aan de vorstin te overhandigen. De onbekende
ridder heeft echter kwalijke bedoelingen: hij geeft nog een houw met z’n
zwaard en laat hem voor dood achter. De vorstin is ontzet wanneer de
ridder een huwelijk met haar claimt. De man is namelijk foeilelijk. Op
advies van haar getrouwen wordt het huwelijk voorlopig uitgesteld.
Intussen is Walewein ongerust geworden om zijn vriend Lanceloet. Hij
reist hem daarom achterna en vindt hem uiteindelijk in het woud.
Lanceloet vertelt hem wat hem is overkomen. Walewein laat zijn vriend
achter bij een arts, en gaat naar het hof van de vorstin. Daar begint
het huwelijk bijna. Walewein beschuldigt echter de bedrieger. De ruzie
die ontstaat wordt beslist in een tweekamp. Met één slag klieft Walewein
het hoofd van de ridder, die dood neervalt. Walewein vertelt aan de
vorstin dat Lanceloet de echte overwinnaar van de leeuwen is, en haalt
Lanceloet op. De vorstin wil maar al te graag met Lanceloet trouwen.
Deze moet dat echter afwijzen, omdat zijn hart aan Guinevere, zijn
koningin, toebehoort. Daarom keren Walewein en Lanceloet weer terug naar
Camelot.
Extra interessante informatie:
Lanceloet en het hert met de witte voet behoort tot de zogenoemde
‘Arturromans’. Dat zijn verhalen waarin koning Artur en zijn ridders
van de Ronde Tafel een hoofdrol vervullen. De tekst is verwant aan het
Franse zogenoemde
Lai de Tyolet, een kort verhaal over het thema
‘liefde’. Ook hierin speelt de jacht op een hert een belangrijke rol. De
jacht op een hert werd in aristocratische kringen in de Middeleeuwen
beschouwd als een edele sport. Het was gebruikelijk dat wanneer een hert
geschoten was, de rechter voorpoot werd afgehouwen en aan een
belangrijk persoon werd aangeboden. Opvallend in dit werk is dat
Lanceloet weliswaar van plan is deze handeling te verrichten, maar dat
zijn vriend Walewein eraan te pas moet komen om de voet daadwerkelijk
aan de vorstin aan te bieden.
Het verhaal komt voor in een handschrift dat nu in de Koninklijke
Bibliotheek in Den Haag bewaard wordt, de zogenoemde Haagse
Lanceloetcompilatie. In deze codex komen tien verhalen over Artur en
zijn hofhouding voor.
Lanceloet en het hert met de witte voet is één van de kortere verhalen. Andere, zoals
Lancelot of de
Queeste van de Graal,
zijn vele duizenden verzen lang. Een aantal van deze Arturromans zijn
vertalingen uit het Frans. Daartussen zijn dan de kortere,
oorspronkelijk Middelnederlandse verhalen gevoegd. De populariteit van
dit soort verhalen dateert uit het einde van de twaalfde eeuw, toen in
Frankrijk Chrétien de Troyes over Artur en zijn ridders ging schrijven.
Lanceloet en het hert met de witte voet is een soort persiflage
op een Arturroman: immers, de queeste van Lanceloet mislukt jammerlijk.
Het is z'n vriend Walewein die hem uit de nesten moet halen. Men denkt
daarom dat dit komt doordat het verhaal oorspronkelijk anders verliep,
maar nu door de schrijver van het handschrift is aangepast aan zijn
eigen bedoelingen. Want in de oorspronkelijke Franse romancyclus wordt
de rol van Walewein steeds kleiner, ten gunste van Lanceloet. In
Lanceloet en het hert met de witte voet
zijn de rollen weer omgedraaid; waarschijnlijk wilde de compilator een
verhaal vertellen om te laten zien hoe voortreffelijk Walewein wel niet
was. Mogelijk gebeurde dit in opdracht van de eerste bezitter van het
handschrift, de schrijver Lodewijk van Velthem, die leefde in het begin
van de veertiende eeuw.