Mijn eerste indruk (voor het lezen)
Gisteren hebben we met Nederlands het boek ''De donkere kamer van Damokles''' gekregen. Op het eerste gezicht zag het boek er leuk uit, we konden kiezen uit een rode versie van de scholieren uitgave of de groene. Ik koos de groene versie omdat die simpelweg het dichts bij lag.
Ik had al wel eens van de naam gehoord, ook van de schrijver, maar ik schaam me toch dat ik zo weinig over deze man (blijkbaar een erg grootse schrijver) weet, Willem Frederik Hermans. Het enige wat ik eigenljik over dit boek weet is dat het een spannende thriller is die zich afspeeld tijdens de Tweede Wereld Oorlog.
Ik ben erg benieuwd naar het verhaal, en ook naar de schrijfwijze van W.F Hermans, omdat ik nog nooit werk van hem gelezen heb.
Mijn eerste indruk (na het lezen)
Elke avond voor het slapen gaan heb ik dit boek gelezen en ik heb het eindelijk uit.
Het einde vond ik erg teleurstellend, ik had zelfs het gevoel dat de schrijver gewoon geen zin meer had om verder te schrijven. Alsof hij zich zelf zo erg in de moeilijkheid had geschreven dat hij zelf ook geen uitweg of oplossing meer wist. Ik had gehoopt dat Dorbeck zou worden gevonden en dat Ossewoudt naar zijn vriendin in Jeruzalem kon gaan.
De rest van het boek vond ik wel erg boeiend, al is het me nog niet helemaal duidelijk wat er allemaal precies aan de hand was. Ik ga er dus nog even goed over na denken en misschien nog wat stukjes herlezen op meer duidelijkheid te krijgen. U zult van mij horen......
Willem Frederik Hermans (1921 - 1995)
W.F. Hermans wordt beschouwd als de belangrijkste Nederlandstalige schrijver van de 20ste eeuw, zijn werk geeft tot op de dag van vandaag aanleiding tot discussie en dwingt de nieuwe generatie lezers en auteurs steeds weer tot standpuntbepaling. Hij stamde uit een Amsterdams onderwijzersgezin; de zelfmoord van zijn zuster en een neef bij de inval van de Duitsers in mei 1940 betekende een schok voor hem en verliet in 1973 enigszins verbitterd Nederland en vestigde zich als schrijver in Parijs. Een jaar hiervoor Weigerde hij de P.C. Hooftprijs maar vier jaar later accepteerde hij toch de Prijs der Nederlandse Letteren. Anti-katholieke en cynische uitspraken van de hoofdpersonen zorgde er soms voor dat W.F. Hermans niet altijd even geliefd was. Ook de reis naar Zuid-Afrika die hij in 1982 op uitnodiging van zijn uitgever aldaar, Human en Rousseau, ondernam, kwam hem in Nederland te staan op veel commotie in de media en een officiële boycot, afgekondigd in 1986, van de stad Amsterdam. Op 5 december 1988 was hij zelfs het slachtoffer van een aanslag door een paranoïde persoon, die nog minder dan de stad de literatuur en de werkelijkheid uit elkaar kon houden.
Willem Frederik Hermans was een verwoed fotograaf. Daarvan getuigen o.a. zijn twee fotoboeken en Zijn archief bevat bijna 10.000 nauwkeurig door hem gecatalogiseerde dia's. http://www.willemfrederikhermans.nl/fotos/ http://www.willemfrederikhermans.nl/biografie.php http://www.willemfrederikhermans.nl/
Mijn eigen fotosessie
Deze foto's hebben temaken met een van de thema's , namelijk illusie en werkelijkheid, en sluiten goed aan met dit boek. In DDKVD is een belangrijk onderwerp het ontwikkelen van foto's, waar Osewoudt zich vaak me bezig houd als hij negatieven van Dorbeck ontvangt. Voor mijn foto sessie heb ik een foto van mijzelf gemaakt in een spiegel met mijn polaroid camera (die ik onlangs voor mijn verjaardag heb gekregen). In deze sessie met foto's kunt u de ontwikkeling van de polaroid waarnemen (waar ik de ontwikkeling van Osewoudt mee bedoel) maar hier zit een diepere betekenis achter. Deze foto's zijn namelijk de grens tussen waan en werkelijkgheid, de kleuren van de polaroid maar ook de vreemde vlekken die hij achter laat zijn niet hoe het er werkelijk uitzag. Het moment dat de foto gemaakt werd was werkelijkheid die werd omgezet in gefotografeerde werkelijkheid maar deze werkelijkheid wordt langzaam waan.
Met deze sessie wou ik natuurlijk ook het moment benadrukken wanneer Osewoudt samen met Dorbeck een foto maakte in de spiegel, die later van groot belang wordt, maar mislukt (daar slaat de laatse foto van de sessie met de lege polaroid op)
Naschrift (1971) pagina 319 van De donkere kamer van Damokles
‘Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar hem niet ophangen als hij er niet is. Men zou willen zeggen: ‘’Dan moet hij er toch zijn als ik hem zoek.’’ – Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat.’
Ludwig Wittgenstein
Het motto van Ludwig Wittgenstein past erg goed bij het boek en het thema van dit boek: Illusie en werkelijkheid.
In het laatste gedeelte van het boek moet Osewoudt bewijzen dat hij niet schuldig is aan landverraad en daarvoor heeft hij Dorbeck nodig want Dorbeck weet alles. Maar de Engelse officiers hebben nog nooit van ene Dorbeck gehoord en iedereen die Dorbeck ooit gekend heeft leeft niet meer. Om de eerste zin te verklaren: Osewoudt kan Dorbeck zoeken als hij er niet is maar omdat er geen bewijs is dat Dorbeck weldegelijk bestaat kan hij niet Dorbeck de schuld geven van alles.
Om de tweede regel de verklaren: Je gaat niet iemand zoeken die niet bestaat, dus Dorbeck moet bestaan hebben omdat Osewoudt hem zoekt. Maar dat betekend niet dat als Osewoudt Dorbeck niet vind dat hij dan niet bestaat, zelfs als hij helemaal niet bestaat.
Dit motto past dus goed bij het boek en het thema omdat Ludwig Wittgensteins’ naschrift illusie en werkelijkheid wordt beschreven, ik voel ook een vorm van hopeloosheid en wanhoop in de woorden van Wittgenstein, die erg overeenkomen met de wanhoop van Osewoudt tijdens zijn gevangenschap.
De Donkere kamer van Damokles – Het is een interessante naam voor een boek, waarvan ik op het begin geen idee had waar het vandaan kwam. Toen ik verder in het boek kwam begon ik de donkere ontwikkelkamers eraan de naam te linken en toen ik het boek uit had begon ik me sterk af te vragen wie die ‘Damokles’ nu eigenlijk was. Na wat onderzoek gedaan te hebben kwam ik erachter dat er een Griekse mythe is over het ‘zwaard van Damokles’. In dit verhaal uit de oudheid is Damokles een bediende aan het hof van koning Dionysius. Hij is niet tevreden met zijn positie en wil koning zijn. De koning laat Damokles voor een dag koning zijn, hij mag op de troon zitten en hij wordt behandeld als koning, maar tegelijkertijd wordt zijn overmoed gestraft doordat een zwaard met een paardenhaar de gehele tijd boven hem hangt. Dit verhaal komt overeen met Osewoudt die de heldenplaats van Dorbeck in wilt nemen, een rol omdraaiing. Osewoudt, die met alles minder is dan Dorbeck, wilt te graag de hogere en betere plaats van Dorbeck te wisselen met zijn lagere plaats. Ik las dat er daarom de hele tijd verwezen wordt naar het bordje: ‘Verboden in te halen’.
De donkere kamer slaat dus waarschijnlijk op de donkere kamer waarin Osewoudt zijn foto moet ontwikkelen, maar niet alleen foto's maar ook negatieven, en waar deze kamer herhaaldelijk een belangrijke rol speelt. Van Hoek & Wingen (1974) stelt: ‘[Osewoudt] zit opgesloten in de donkere kamer van zijn persoonlijkheid. Ook de wereld, ondoorzichtig, onduidelijk en onkenbaar, is een donkere kamer.’ Dit vind ik ook een goede redenering, maar mijn eigen gedachten gaan toch eerder gewoon naar de donkere kamer waarin hij de foto’s ontwikkeld die hij in h et begin van het verhaal van Dorbeck krijgt en dus ook de mislukte foto tijdens zijn gevangenschap. Misschien is de donkere kamer een metafoor voor het zwaar dat boven Damokles zijn hoofd hangt.
Lofrede van De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans
De donkere kamer van Damokles was niet een van die boeken die ik ‘’in een zucht’’ heb uit gelezen. Het lijkt op het eerste gezicht wel een dun boekje, maar er zitten meer metaforen, grappige vergelijkingen en diepliggendere lagen in dan elk ander boek wat ik ooit gelezen heb. Ik zou eigenlijk willen zeggen dat ik het me aan een detective doet denken, maar daar doe ik het boek tekort mee, het zit veel vernuftiger in elkaar wat je op het eerste gezicht nog niet door hebt.
W.F. Hermans slaagt er wat mij betreft in om de personages zo te beschrijven dat het voelt alsof je in de huid kruip van hen, en alles net zo intens mee maakt als zij dat doen. Tijdens het lezen voel je de wanhoop, trots en eenzaamheid van Osewoudt door de letters heen.
Eerst vond ik het einde erg teleurstellend, ik voelde me als het ware bedrogen door W.F. Hermans. Maar hier wil ik toch op terug komen, ik vind namelijk heel mooi hoe de mythe over damokles maar ook het begin verhaal over de schipbreuk op het eind duidelijk worden en het lot van Osewoudt bevestigen. Ik vind het een grappig idee dat W.F. Hermans eigenlijk op de eerste pagina van het verhaal het einde al verklapt, dit kan ik denk ik wel geniaal noemen.
Ik raad iedereen aan om dit boek te lezen, zonder twijfel, maar ik moet jullie wel alvast waarschuwen: 'Niets is wat het lijkt'
Ik raad iedereen aan om dit boek te lezen, zonder twijfel, maar ik moet jullie wel alvast waarschuwen: 'Niets is wat het lijkt'